les 2

Samenvatting
-stedelijke muziek een afspiegeling van stedelijke cultuur
-beroepsmusici in stedelijke dienst, maar als ambachtslieden
-muziekuitoefening ten bate van een breed publiek => culturele opdracht vanuit overheid
-stedelijke musici betrokken in onderwijs en muziekverenigingen
-eerste openbare concerten gegeven door stedelijke musici
-Cornelis PadbruƩ een kleurrijk voorbeeld voor een stedelijk musicus

 
--------------------------------

Ordonanties van muziekgezelschappen:

Uit: D.J. Balfoort, Het muziekleven in Nederland in de 17e en 18e eeuw. Den Haag 21981

artikel 11 ordonantie van 1663 in Arnhem: “Die eenigh kraekeel aanvangt, hetzy met schelden, ofte andersints, sal tot boete geven vier schellingen, en komende handgemeen te worden, aght schellingen”.

Ordonantie Collegium te Arnhem van 1615, art. 2 en 3: “Ende omme toe weten hoe sich een ygelick daer inn sal hebben toe schikken, sal ter taefelen moegen geset worden als volgt: twee saladen, een schenck, een stuk gerookt of gesprengt vleys, met een paer schaepen bolten, den eenen gesoden, und den andere gebraden, twee gesoden of gebraden hoenderen, twee ofte drye schotelen met bot, schelvis ofte snoeck, nadat het den tijd van het jaar geven sal, met boter und kees, sonder eenigh geback of suyker banquet, daer by toe moegen setten, dan wel watt appelen, peeren, nooten, castaniĆ«n, kersen ofte pruymen, na gelegenheyt, ende anders niet, sonder oock dat yemand mit wiltbraet ofte andersints dese ordre sal moeghen tho buyten gaen, bye ene verbeurte van een rosenobel (zijnde 10 gl. 10)”

Uit dezelfde ordonantie: “een viertal wijns, ende elck van de gasten een mengelen, sonder meer, by verbeurte van een pond vlaems”. Bovendien mocht de wijn niet eerder geschonken worden “als by de boter und kees”.