Samenvatting
-muziekleven 17e eeuw gedomineerd door lied in vorm van contrafactuur
-hoog en laag zong en schreef contrafacturen
-pas tegen einde 17e eeuw een omwenteling zichtbaar
-richting gecomponeerd lied in barokke stijl
-huismuziek terrein ook van vrouwelijke muziekuitoefening
-vrouwen uitgesloten van professionele en openbare muziekuitoefening
-representatieve huismuziek hun terrein
-belangrijkste instrumenten: zang en toetsinstrumenten zoals klavecimbel, spinet, virginaal.
---------------------------------------------------------------
Titels van liedboeken
Uit: D.J. Balfoort, Het muziekleven in Nederland in de 17e en 18e eeuw. Den Haag 21981
’t Amsteldams Minne beeckje op nieuw bestroomt met verscheyde minne-deuntjes, en nieuwe ghesanghen Balfoort p. 27
Haerlemsche Winterbloempjes. Opgeoffert Aen de Vreugd-lievende Nymphjes; Gepluckt uyt ’et Breyn van verscheyden Rymers, vermeerdert met verscheyden wel-riekende Lente-Bloempjes Balfoort p. 27
Een van de meest geliefde liederbundels: Pans Fluytje ofte Heydens bancket, blaazende loopjes met hoopjes en stukjes op krukjes voor Aapjes en Knaapjes, Balfoort p. 28
Het nieuwe Medemblikker Scharrezoodje, gevangen en ontweid van verscheidene visschers, en overgoten met een zangers-zausje; en doormengd met de aldernieuwste liederen en alle op de nieuwste en aangenaamste voizen, die nu in gebruik zijn en dagelijks gezongen worden Balfoort p. 28
De klugtige zingende Rotterdamse Tabakstripsters, kwelende veelderhande nieuwe aangenaame, koddige en zeer vermakelijke liederen Balfoort p. 28
De vrolyke Schoorsteenveger, zingende onder het vegen de allernieuwste liederen, welke door onze grootmoeders gezongen werden Balfoort p. 28